De volgende toetscombinaties kunnen in alle vensters van Visual Basic worden gebruikt.
Sneltoetsen | Werking |
---|---|
F5 | Een Sub/UserForm of een macro van een toepassing uitvoeren. |
F8 | De programmacode regel voor regel uitvoeren. |
SHIFT+F8 | Instructies regel voor regel uitvoeren, zonder in te gaan op de procedure-oproepen. |
CTRL+BREAK | De uitvoering van een Visual Basic-toepassing stopzetten. |
CTRL+G | Opent het venster Direct. |
CTRL+TAB | Schakelen tussen vensters. |
ALT+F5 | Voert de foutafhandelingscode uit of geeft de fout als resultaat terug aan de oproepende procedure. Heeft geen invloed op de instelling voor foutopsporing in de tab Algemeen van het dialoogvenster Opties. |
ALT+F8 | Onderbreekt de foutafhandeling of geeft de fout als resultaat terug aan de oproepende procedure. Heeft geen invloed op de instelling voor foutopsporing in de tab Algemeen van het dialoogvenster Opties. |
De volgende toetscombinaties kunt u in alle Windows-toepassingen gebruiken:
Sneltoetsen | Werking |
---|---|
F1 | Help openen. |
ALT+F6 | Schakelen tussen de laatste twee actieve vensters. |
ALT+F4 | (Visual Basic) Het actieve venster sluiten. Als alle vensters zijn gesloten, wordt Visual Basic gesloten. |
CTRL+C of F3 | De selectie naar het Klembord kopiδren. |
CTRL+X | De selectie knippen en op het Klembord plaatsen. |
CTRL+V | De selectie vanaf het Klembord plakken. |
CTRL+Z | De laatste bewerking ongedaan maken. |
SHIFT+F10 | Een snelmenu openen. |